ONZE KINDEREN TUSSEN EEN MILJOEN EXTRA WONINGEN
We hebben te weinig huizen. Willen we straks niet opgescheept zitten met een nog grotere woningnood dan die van nu, dan moet volgens berekeningen in tien jaar zo’n miljoen woningen er bij komen in de polder. Met de explosieve toename van het aantal daklozen in het achterhoofd is de gedachte aan die miljoen nieuwe woningen erg mooi. Maar die huizen betekenen meer dan het dak boven onze hoofden. Een miljoen woningen extra wil ook zeggen dat onze kinderen een andere toekomst gaan hebben dan wij.
Nederland is meer dan alles het land van het verzet tegen de hegemonie van de stad op kinderen. De grootste prestatie van de bewoners van dit land is dat zij, ondanks een eeuw van verstedelijking en ondanks de geografische beperkingen, er in geslaagd zijn om natuur, park, autoluwe straat en rustige winkelcentrum te behouden. Hoewel de razendsnelle verstedelijking alle nieuwe generaties de autonome kindertijd heeft ontnomen, was de betrekkelijke rust, het vele groen, het voetbalveld even verderop, het park vlak bij het huis een goede compensatie voor iedereen die hier is opgegroeid.
Om even terug te komen op de relatie tussen het autonome kind en verstedelijking; in de stad is het kind gereduceerd tot een wezen dat tijd rooft, veel geld kost en met zoveel mogelijk middelen vermaakt moet worden. De nieuwe mens heeft het te druk voor het kind, overlaadt hem met speelgoed en is meer dan blij met de komst van de ‘co-ouders’ televisie en internet. Het kind dat vanuit zijn oeroude natuur nuttig wil zijn, graag de mouwen opstroopt, zich met zijn enthousiaste werk een positie verschaft in het gezin en in de maatschappij en zoveel leert met dat werken is er niet meer.
In de hele wereld is het kind zijn kindertijd ontnomen. Nederland kon zich niet losmaken van de mondiale fenomenen en heeft ook de eigen kinderen opgeofferd aan de verstrekkende gevolgen van urbanisatie. Wel met het verschil dat wij hier, in tegenstelling tot de meeste andere landen, hebben gestreden voor groen, modder, zand en rust voor onze kinderen. In onze steden hebben kinderen wel de ruimte gehad om te rennen, te springen en het kind te zijn dat weet wat kapotte knieën zijn.
Een miljoen extra woningen hebben we nodig. Dat betekent stadse omstandigheden die we van andere landen kennen. Die huizen zullen komen en in hul kielzog zullen komen: astma, eczeemziekten, meer glimmende letters die hamburgers, cola en patat aanprijzen, straten waar het moeilijk is om over te steken. Arme kinderen. Ze waren al gereduceerd tot overbodige wezens achter het scherm. Straks ook geen gras, geen modder, geen zand voor ze.
Erdal Balci, columnist