31 okt 2018

OM DES GEWETENS WILLE– dilemma’s rondom de rechtspraak

Het is 2032 en Nederland heeft een populistisch-nationalistische regering, die zich ook met de rechtspraak probeert te bemoeien. Een jongeman staat terecht voor het beramen van een aanslag op de premier van het land. Het OM eist een flinke straf, terwijl het bewijs tegen de jongen mager is. Terwijl de rechters de zaak behandelen, roert de politiek zich. De rechters zouden niet onbevooroordeeld zijn, zeker nadat een van de rechters zich heeft uitgesproken tegen politieke inmenging in de zaak. De spanning loopt op, de rechters worden zichtbaar emotioneel en ongemakkelijk.

In Nederland kennen wij het principe van de scheiding der machten, oftewel; Trias Politica. Toen de Nederlandse politicus Johan Thorbecke in 1848 de nieuwe Nederlandse Grondwet schreef, liet hij zich inspireren door de Franse filosoof en politiek theoreticus Charles Montesquieu (1689-1755). De Fransman was  de grondlegger van de Trias Politica. Hij meende dat er drie machten zijn die gescheiden moeten worden; de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Deze drie machten moesten elkaar ook controleren en ook mocht de macht niet meer alleen bij een select groepje van adellijken en geestelijken liggen.

Nog maar 75 jaar geleden was de rol van de Nederlandse rechter en het recht helemaal niet meer vanzelfsprekend en heersten in Nederland de krachtsverhoudingen in plaats van de rechtsverhoudingen. In de praktijk zijn er meerdere gebeurtenissen geweest, waarbij die scheiding niet helemaal tot haar recht kwam. Vooral in de Tweede Wereldoorlog, bleek dat de Hoge Raad soms niet heldhaftig genoeg was wanneer de Nazi’s zich bemoeiden met de rechtspraak. Zwijgen, wegduiken en heulen met de bezetters kwam wel eens voor. Maar er waren ook situaties waarbij rechters wél protesteerden, met alle consequenties van dien. Zoals rondom het geruchtmakende zogeheten ‘Leeuwarder arrest’ van 25 februari 1943.

Deze zaak had te maken met de erbarmelijke omstandigheden in kamp Erika bij Ommen. Het kamp was bestemd voor mannen die enkele maanden celstraf moesten ondergaan voor kleine vergrijpen zoals diefstal of zwarte handel. Al snel deden verhalen de ronde over de barbaarse behandeling in het kamp. Het Leeuwarder hof, bestaand uit de raadsheren F. F. Viehoff, J. Wedeven en J. B. J. Heymeijer, behandelde de zaak tegen voerman D. van der M. uit Gerkesklooster. Die had 1525 gulden gestolen van zijn schoonfamilie en was daarvoor door de rechtbank veroordeeld tot negen maanden cel.

Het hof veegde dat vonnis van tafel en veroordeelde hem voor de duur die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De raadsheren wilden niet dat de voerman in kamp Erika terecht zou komen, omdat ze wisten van de barbaarse toestanden. Het moedige vonnis, in feite trotseerden ze hiermee de Duitse bezetter, kwam de raadsheren Viehoff en Wedeven duur te staan. Rijkscommissaris Seyss-Inquart ontsloeg beide magistraten.

Op 10 maart vond in Leeuwarden de voorstelling van OM DES GEWETENS WILLE plaats. Een voorstelling die regisseur Floris van Delft ontwikkelde in opdracht van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, voor een congres over de rol van het geweten in de rechtspraak. Floris baseerde zijn voorstelling op het Leeuwarder Arrest van 1943. Samen met Nhung Dam maakt Floris van Delft nu een remake voor publiek. Met Het Paleis van Justitie van Leeuwarden als ultiem decor. Deze is te zien op 1,2 en 3 november.

Zal het recht zegevieren?


Geplaatst door

Deel dit item

Meld je aan voor de nieuwsbrief!

Wil je op de hoogte blijven van WAT WE DOEN, schrijf je dan hier in voor de nieuwsbrief. Dan stuurt Floris je af en toe een brief over wat we doen en waarom.